Geplaatst door Hans
Roodenburg op 9 december, 2013 - 10:30
© Ralf Roletschek - Fahrradtechnik und Fotografie (bron:
Wikimedia Commons)
Dijsselbloem met
twee petten op? Dat kon nooit goed gaan. Waar ligt zijn loyaliteit?
Door de storm, Sinterklaas
en Mandela is het een beetje ondergesneeuwd, maar op 5 december deed zich een opmerkelijke
aanvaring voor tussen minister Dijsselbloem en een meerderheid van de
Tweede Kamer over de op handen zijnde Europese bankenunie:
Een meerderheid in de Tweede Kamer
is het onder aanvoering van regeringspartij de VVD erg oneens met minister van
Financiën Jeroen Dijsselbloem over een wezenlijk onderdeel van de Europese
bankenunie.
De liberalen willen, gesteund door
CDA, PVV en SP 'nationaal afgebakende fondsen' voor banken. Het kabinet houdt
juist vast aan een Europees fonds met 'nationale compartimenten'. Zeker in de
eerste periode moet een uitwisseling van die compartimenten mogelijk zijn,
vindt Dijsselbloem.
VVD-Kamerlid Mark Harbers kreeg
donderdag steun van het CDA en de SP bij het indienen van een motie in de
Kamer. Onder meer de PVV, ChristenUnie en de SGP stemden er vervolgens ook
voor. PvdA en D66 waren er op tegen.
Dijsselbloem was het met delen van de uitgebreide motie eens, maar had in het debat alvast aangekondigd dat hij de in
zijn ogen onverstandige delen van de oproep gewoon niet zal uitvoeren.
Mocht u geneigd zijn te
denken dat dit een meningsverschil is over technicalities
dan hebt u het mis. Hier zijn vitale Nederlandse belangen in het
geding. De vraag dringt zich op waar de loyaliteit ligt van deze minister
met die twee petten op.
Wat is namelijk het geval?
Volgens de door Brussel geïnspireerde officiële
overheidspropaganda is de bankenunie bedoeld om te voorkomen dat de
belastingbetaler ervoor moet opdraaien als er weer eens een systeembank in
moeilijkheden komt. In plaats daarvan moeten degenen die de lusten hebben
genoten (aandeel- en obligatiehouders, spaarders boven een ton) ook de lasten
dragen. Een voor de hand liggende gedachte. Als dat niet volstaat
is er een stroppenpot (resolutiefonds) die door de banken wordt gevuld. Wat er
echter niet bij wordt verteld door de propagandisten is dat die bankenunie
tevens een herverdelingsmechanisme impliceert volgens de
Eerste hoofdwet van de eurodynamica:
In de eurozone stroomt het geld altijd van Noord naar Zuid
En dat is precies de kern
van het conflict tussen Dijsselbloem en de Tweede Kamer. Volgens de minister
moet dat resolutiefonds voor alle betrokken landen gezamenlijk gelden en dat
betekent dat de Nederlandse banken uiteindelijk moeten meebetalen om de
problemen bij Franse en Spaanse banken op te lossen. Om die kosten te dekken
zullen de Nederlandse banken hun bijdragen aan het resolutiefonds moeten
doorberekenen in de tarieven voor hun klanten, tevens belastingbetalers.
De Nederlandse
belastingbetaler is ook anderszins het haasje,
aangezien in het kader van de bankenunie het ESM mag worden aangesproken om
noodlijdende banken op de been te houden, althans zolang het resolutiefonds nog
niet op het vereiste niveau is. De EU kennende, zou het mij niet verbazen als
ook nadat het resolutiefonds op peil is, het ESM-loket voor noodlijdende banken
open zal blijven. En last but not least: dezelfde tegenstelling die we nu
waarnemen inzake het resolutiefonds zal ook gaan spelen bij het
depositogarantiestelsel, waarover in een later stadium zal worden beslist.
Dat resolutiefonds in de
versie van Dijsselbloem, en ook meer in het algemeen
die hele bankenunie, zogenaamd bedoeld om de belastingbetaler te ontzien, zou
door het ingebakken herverdelingsmechanisme van Noord naar Zuid de Nederlandse
belastingbetaler weleens duur te staan kunnen komen.
Kritische lezers vragen
zich misschien af of bovengenoemde 'Eerste hoofdwet', waarvoor het empirisch bewijs zich de afgelopen jaren heeft opgestapeld,
ook van toepassing is op de bankensector. Premier Rutte - in een poging
Dijsselbloem bij te vallen - suggereert
van niet:
Transfers tussen fondsen zouden ook
plaats kunnen vinden van Zuid- naar Noord-Europa in plaats van wat gevreesd
wordt: alleen maar van Noord naar Zuid. ''Stel er is een probleem met een
Duitse of Finse bank; dan kan het ook nodig zijn om bij te springen".
Rutte heeft in zoverre een
punt dat de transparantie over de soliditeit van de verschillende europese banken te wensen overlaat en dat we eigenlijk niet
precies weten welke lijken er bij de verschillende banken in de kast zitten.
Behalve notoire probleemgevallen als de Spaanse en Franse banken, zouden
bijvoorbeeld ook Duitse
banken er niet al te florissant voor staan. Voor ons in Nederland is de
vraag belangrijker hoe de soliditeit van de Nederlandse banken zich verhoudt
tot het gemiddelde in de eurozone. Hoe het ook zij: het moet wel heel raar
lopen wil een Europees resolutiefonds beter uitpakken voor Nederland dan een
nationaal resolutiefonds. Sinds Jan Kees 'we krijgen ons geld met rente terug'
de Jager past een gezond wantrouwen tegenover het europeaniseren van financiële
risico's. De Tweede Kamer heeft daarom gelijk en Dijsselbloem niet.
Hier wreekt zich de
onwenselijke situatie dat de Nederlandse minister van financiën tevens
voorzitter is van de eurogroep. In die laatste hoedanigheid krijgt hij zijn
instructies uit Brussel, zo niet uit Parijs. En, in tegenstelling tot wat men
ons wil doen geloven, zijn de belangen van Brussel hier, zoals zo vaak,
tegengesteld aan die van Den Haag.
Tegengestelde belangen, dat
is de rode draad die door de financiële crisis in de eurozone loopt.